Toponymen schepenbank Mill
TOPONIEMEN SCHEPENBANK MILL
Inleiding
Bij de archiefdienst beschikt men zo langzamerhand over een nog steeds groeiend kaartsysteem van toponymen of benamingen van stukken grond, wegen en wateren en soms huizen, die voorkomen op oude kaarten en staan vermeld in archiefstukken.
De meeste middeleeuwse bronnen zijn tot 1600 bewerkt, terwijl voor de 17e en 18e eeuw nog zeer veel gedaan moet worden. Hiervan vormt het fonds van de oude rechtelijke archieven wel de hoofdmoot. Ook kohieren, leggers en gewone archivalia bevatten nog menig toponiem dat opgespoord moet worden.
Vaak weten we van de oudste benamingen bij benadering niet, waar de percelen gelegen zouden kunnen hebben. Toch willen we een voorlopige poging wagen een overzicht te geven van de toponymen van het territorium van de schepenbank van Mill, wetende dat dit slechts een eerste aanzet is.
Toponymen schepenbank Mill
Dorpsgebieden en de jurisdictie van de Millse schepenbank dekken elkaar hier niet. De schepenbank van Mill, al voorkomend in 1349, besloeg tot in de Franse tijd het gebied van de dorpen Mill, Sint Hubert en Wanroij. De Langeboom en omgeving vielen onder de schepenbank van Escharen.
In de 18e eeuw viel zelfs het gehucht de Berkenbosch bij Ledeacker wel een onder de Millse schepenbank. Het Hollanderbroek, als heemraadschap stammend uit het begin van de 14e eeuw, lag als een apart rechtsgebied oostwaarts van Mill en Sint Hubert.
In de loop van de 17e eeuw blijft er van deze schepenbank slechts een waterschap over.
De dorpsgrenzen op zich zijn ook dikwijls vaag. Mogelijk behoorde het gebied van de kapel van Sint Hubert eerst tot Wanroij. In later tijd wordt bij het gehucht de Boer nog een stuk van Sint Hubert bij Wanroij gerekend. Ook de afpalingen tussen Mill en Sint Hubert is voor ons in de woeste gronden slecht te achterhalen.
De Princepeel kan tot Mill worden gerekend. Maar tot hoever peelwaarts strekte zich de heide van Sint Hubert uit?
Vanzelfsprekend is ons kaartsysteem ook hier bij lange na nog niet voltooid. We denken aan de schepenprotocollen van omtrent 1675 tot 1810, aan de 19e -eeuwse notariële archieven en aan menige andere collectie. Een kohier van taxatie van 1650, nog aangetroffen op de zolder van het oude Millse raadhuis, leverde nog vele namen op. Of de oudste kadastrale kaarten met Franse benamingen tot 1810 teruggaan blijft een vraag. De toponymen Vaardijk, Voordijk en Voortsedijk waren soms niet te ontwarren.
Strikte alfabetisering blijft een lastige zaak. Menige naam die niet te plaatsen was, is voorlopig maar bij Mill ondergebracht. Ook kunnen sommige Millse benamingen onder het Hollanderbroek thuis horen. Toch leek het ons nuttig alvast het resultaat van een voorlopige stand van zaken naar voren te brengen.
De Millse toponymen zijn als volgt onderverdeeld;
a. Het dorp Mill
b. Het dorp Sint Hubert
c. Het heemraadschap het Hollanderbroek
d. Het dorp Wanroij
Tot de toponymen vallende onder de schepenbank van Mill beperken wij ons tot het dorp Mill. Bij de onderstaande opgave heeft de middelste kolom betrekking op het jaar waarin het toponiem voor zover ons nu bekend voor het eerst wordt genoemd, terwijl de laatste kolom summier naar de bron verwijst. Varianten zijn meestal niet opgenomen.
Bron; Archiefdienst Land van Cuijk ,
Streekarchivaris de heer A. Douma.