Bakhuizen in Mill en daarbuiten


Bakhuis ( gebouw).

Een bakhuisje is een bijgebouw van een boerderij of landhuis waarin men vroeger brood en koek bakte. In het bakhuisje bevindt zich de bakoven. In het noorden van Nederland worden dergelijke gebouwtjes ook wel stookhut of stookhok genoemd. Ook wordt het wel een bakspieker genoemd.
In de moderne tijd is in de meeste gevallen het bakhuisje verdwenen van het erf. Toch worden er nog enkele gesignaleerd. Zie voor foto's van diverse bakhuizen in Mill en daarbuiten onderaan dit verhaal.

Geschiedenis.
De oudste sporen van een vaste bakoven zijn nagelaten door de Bandkeramiekers, de eerste landbouwbouwers, die rond 4.000 jaar voor Christus in het Neolithicum woonden.
Van de oven als gebouw hebben de Romeinen de oudste voorbeelden nagelaten, bijvoorbeeld in Pompeï. In vrijwel heel Europa zijn deze bakovens gebruikt voor het bakken van broden en koeken. Ook in Nederland zijn resten teruggevonden van ovens uit de Romeinse tijd. Uit de periode 450-1250 is echter geen enkele bakoven teruggevonden en aangenomen wordt, dat de Nederlanders in die eeuwen van hun glutenarme granen alleen pap kookten. De bakoven is in steden opnieuw gebruikt vanaf de Middeleeuwen en ontwikkelde zich daar tot professionele bakkerij. Op het platteland bleef het bakhuis bij boerderijen in gebruik tot in de twintigste eeuw.

Het verscilt per streek of er daadwerkelijk bakhuisjes zijn gebruikt. Zo zijn in Oostenrijk streken waar nooit bakovens zijn gebouwd omdat men geen graan kon verbouwen en zijn in Vlaanderen de ovens veelvuldig te zien, meestal in een bakhuisje. In Nederland hadden veel gezinnen de beschikking over een bakoven. Soms moest men de bakoven delen met buren of met een gemeenschap, maar in de meeste gevallen had iedere boerderij een eigen bakhuis.
Grote bakhuizen zijn tegenwoordig vaak omgebouwd tot schuur, werkplaats of bergplaats of gesloopt. In andere gevallen is het bakhuisje verwaarloosd en vervallen toen zelf bakken van brood niet meer van belang was door de opkomst van de grote bakkerijen. Daarbij zijn de middelen die gebruikt werden, de brandstof en de ingrediënten, niet altijd meer aanwezig in de omgeving van het erf. Tegenwoordig staat in Nederland slechts op een enkel erf in het oosten en zuiden van het land nog een bakhuis. Dit heeft de bakhuisjes tot een bezienswaardigheid gemaakt.

Bouw en Techniek.
Bakhuisjes werden op verschillende wijzen gebouwd. In enkele gevallen ligt de bakoven in zijn geheel binnen het huisje. Meestal bevindt de bakoven zich echter buiten, alleen de opening van de oven is dan in het gebouwtje.

De materialen die gebruikt werden voor de bouw van de bakhuisjes waren verschillend. Wel is in veel gevallen vastgelegd dat het dak van het huisje gedekt moest zijn met dakpannen, dit is een regeling die door de gemeenten werden werden getroffen om brandgevaar te minimaliseren. De muren van de bakhuisjes zijn opgetrokken uit baksteen. De vloer van een bakhuisje is vaak de oorspronkelijke, onbedekte grond of een gestampte leembodem. Bij enkele bakhuisjes is de vloer van plaveien of baksteen

De toegangsdeur van een bakhuisje is meestal zo aangebracht dat zij vanuit de woning gemakkelijk bereikbaar is. Sommige bakhuisjes hebben een zolder. Deze werd gebruikt voor opslag of als duivenhok.

De bakovens zijn hoofdzakelijk gebouwd met baksteen en leem . De onderbouw van de oven is vrijwel in alle gevallen van baksteen. De ovenkap of koepel van kleine bakovens was oorspronkelijk van leem, in enkele gevallen is deze in de loop der tijd vervangen door baksteen. Grotere bakovens werden al gebouwd met een koepel van stenen in leem of van bakstenen. Het metselen van de bakoven was een apart beroep en deze metselaars moesten nauwkeuring te werk gaan. Zo moest de vloer van de oven aflopen naar de opening toe om de luchtcirculatie te bevorderen zodat de rook door de schoorsteen gaat en verse lucht aangezogen wordt. Maar ook meer bouwtechnische zaken waren belangrijk.
Bij het maken van een lemen ovenkap moest nagedacht worden over de dikte in verband met het langzaam branden van leem bij hoge temperaturen en de wijze van het vormen van de ronde, golvende kap en schoorsteen. Wanneer men een oven bouwt met bakstenen moeten de kopse kant door het warme gedeelte om vroegtijdig doorscheuren te voorkomen.

Veel bakovens zijn gebouwd in de vorm van een hoefijzer. De hoefijzervorm is echt niet voorbehouden aan ovens waar brood in werd gebakken en niet alle bakovens blijken hoefvormig te zijn. De opgravingen van een bakkerij in Tiel laten zien dat er zelfs binnen één bakkerij sprake kon zijn van zowel hoefijzervormige als rechthoekige ovens. Vorm en functie waren dus niet per definitie aan elkaar gerelateerd. Er bestond wellicht wel een verband tussen vorm, stooktechniek en beschikbare materialen. Tussen de verschillende bakovens is op dit gebied geen duidelijke ontwikkeling aan te wijzen.

In tegenstelling tot andere ovens, kent de oven waar brood in gebakken wordt geen gescheiden bak- en stookruimte. Nadat de ruimte op temperatuur was, werd de brandstof uit de ruimte geveegd en het deeg erin gelegd. De bakoven heeft in veel gevallen wel aparte ruimten om het brood in te laten rijzen en de warme as in af te laten koelen. Deze bevindt zich onder de stook- en bakruimte, zodat de warmte van het bakken ook voor het rijzen gebruikt kon worden.

Het gebruik van de oven.
Het bakken van brood gebeurde meestal één keer per week. Het graan, rogge of tarwe werd gemalen op de molen en gezeefd. Het meel werd , met melk en gist, gekneed in de baktrog. Wanneer veel broden gebakken werden en de baktrog groot genoeg was gebeurde et kneden met blote voeten. Intussen werd de bakoven opgestookt. Dit gebeurde met takkenbossen, turf of een andere brandstof. Wanneer de stenen aan de binnenkant van de oven wit waren van de hitte, was de oven warm genoeg. Hierna werd de as met een zogenaamd loet of rakelijzer verwijderd en werd het brood op platen gebakken. Soms werd de oven met een dweil of een stok schoongemaakt, dit deed echter de temperatuur van de oven te fel zakken en werd in de regel zelden gedaan. Doordat de stenen van de bakoven de warmte vasthielden, kon het brood in dezelfde ruimte worden gebakken Met een schieter werd het brood in de oven geplaatst die een temperatuur had bereikt van ongeveer 165 graden Celsius. Sommige boerinnen bakten het brood op een blik, anderen bakten het brood direct op de stenen. Wanneer de oven afgekoeld was, was het brood klaar. Tijdens het bakken moest men de deur van de oven heel goed gesloten houden.

In de loop van de tijd zijn naast brood ook andere producten gebakken in de oven. In het ene geval is het product ontstaan uit de omstandigheden, in het andere geval uit het creatief gebruiken van kruiden, specerijen en andere etenswaar. Iedere stad kent bijvoorbeeld een eigen lekkernij. Deze zijn vaak eeuwen geleden ontstaan en worden nog steeds gebakken en gegeten. Stoofpotten en dergelijke werden ook vaak in de bakoven bereid, ook lasagne en andere ovenschotels werden in Italië in de bakoven gebakken. Andere kookmethodes waren minder smakelijk gezien er nog op een open vuur moest worden gekookt en er dus roetdeeltjes en as in het eten vielen.

Rond de bakhuisjes staan soms bomen die volgens de verhalen geneeskracht bieden of beschermen tegen brand. In andere gevallen is het bakhuisje begroeid met klimop of een druivenstruik om het een leuk aanzien te geven.

Het erf werd vaak beplant met hoge eiken en wilgen. Het hout van deze bomen werd gebruikt voor het bouwen of herstellen van gebouwen op het erf. Het wilgenhout werd vooral gebruikt als brandhout. Reeds aan het begin van de 29ste eeuw werd actie gevoerd voor het behoud van houtwallen. Wellicht is men op dat moment overgestapt op andere brandstoffen voor de bakoven, zoals turf.


Situering op het erf
De plaats van het bakhuis op het erf is verschillend. Meestal staat het bakhuis los van het woonhuis en andere bijgebouwen op het erf. Dit ter voorkoming van het afbranden van de gehele boerderij, mocht er brand uitbreken bij de oven. In veel gemeenten is om deze reden een minimale afstand tussen het woonhuis en het bakhuis vastgelegd. De afstand tot andere gebouwen op het erf stond in de meeste gevallen niet vast. Een enkele keer stonden deze bakovens zonder overkapping op het erf, maar meestal zijn ze gesitueerd in een bakhuisje.
Een tweede methode is het bouwen van de bakoven onder een afdak, tegen het woonhuis of een stal aangeleund. Zo ging de warmte uit de oven niet verloren.
De derde mogelijkheid is dat de bakoven binnenhuis gebouwd was. Dit gebeurde vaak bij de kleinere boerderijen. Deze laatste twee mogelijkheden hadden als voordeel dat het minder materiaal kostte om de oven te bouwen en te overkappen. Vooral in het zuiden van Nederland zijn deze methodes veelvuldig toegepast.

Wanneer de bakoven is gevestigd in een bakhuis staan deze huisjes in enkele gevallen aan de straatzijde van het erf. Dit kan erop wijzen dat de oven werd gedeeld met een of meerdere buren. In sommige streken zal dus bij iedere boerderij een bakoven aangetroffen worden. In andere streken, zoals in de Achterhoek, hoorden bakhuisjes bij een landgoed of een herberg. Buurtbewoners mochten de bakovens tegen een vergoeding gebruiken. In dit soort situaties was vaak vastgelegd dat men geen eigen bakoven mocht bouwen op het erf en zodoende verplicht was gebruik te maken van de gezamenlijke bakoven.

Wanneer de oven in een bijgebouw op het erf was geplaatst betekende dit niet altijd dat het gebouwtje alleen voor het bakken van brood werd gebruikt. De bakoven was ook wel gevestigd in een spieker, in Vlaanderen spijker genaamd. Spiekers zijn van oorsprong gebouwen waarin voedsel werd opgeslagen , voornamelijk graan. Deze gebouwen hadden dikke muren, een zware toegangsdeur en kleine luikjes. Een spieker telde vaak meerdere verdiepingen. In tijden van gevaar kon de familie zich terugtrekken in deze gebouwen.

Hieronder foto's van diverse bakhuizen met eventueel een verklaring over; ligging, datum van het bakhuis, gebruik van het bakhuis et cetera.

bakhuis_krommedijk.jpg
Bakhuis aan de Krommendijk.
Omstreeks 1930 gebouwd als stookhok voor voederbereiding. Als bouwstenen werden zelfgemaakte cementstenen en pannen van het bakhuis, dat hier eerder heeft gestaan, gebruikt. Het gebouwtjes is in 1986 afgebroken.


bakhuisje_beerseweg.jpg
Bakhuis gelegen aan de kruising Beerseweg/Achterdijk richting Beers. ( familie Hermanussen).


bakhuis_domeinenstraat.jpg
Bakhuis aan de Vloedt.
Het bakhuis , op de Bouwhof De Vloedt, beter bekend als de boerderij van Hol was gelegen aan de T-kruising Vloetsestraat - Domeinenstraat ( helaas is het bakhuis in verval geraakt en daarna afgebroken in de jaren 2000).
Ook deze boerderij behoorde oorspronkelijk tot de pachthoeven van de Abdij van Mariënweerd. De losstaande schuur met rieten dak is 17e -eeuws , het bakhuis is wat jonger, prachtig gebouwd, uitgaande van de verhoudingen in de guldensnede. En in detail kunnen genoemd worden: de kunstig gesmede muurankers, de profielstenen aanzet van de geveloren alsmede de metselvlechtingen van de topgevels. Ook het niet geheel duidelijk iepen deurkozijn met profiel verraadt, dat hier met zorg gewerkt is. In de nok bevindt zich een duivenslag. Jammer, dat de bakoven is weggebroken ; inwendig was nog de gietijzeren ovenmond te zien. Het raampje op de foto is later aangebracht. En-passant dient te worden vermeld, dat vele families uit Mill en omgeving hun naam danken aan deze boerderij, waar begin 1700 Peter Gerrits van de Vloedt pachter was. Na 1811 noemen zijn nazaten zich kortweg Vloet. Ook andere pachters worden nog aan de Vloedt herinnerd, zoals de familie Raaymakers, welke door oudere inwoners nog wel de Vloetse worden genoemd .





bakhuis_bakhuisweg.jpg
Bakhuis aan de bakhuisweg 2 Mill anno 1904 .

Mogelijk is dit bakhuis gebouwd ter vervanging van een ander bakhuis, welk lag aan de overzijde van de Bakhuisweg, destijds beter bekend als Meulenhei. Men bouwde namelijk de bakhuizen expres van het woonhuis vandaan om brand, vanwege rondvliegende vonken te voorkomen.
Toch brandde Marte Cremers in 1904 af en ging toen wonen in het bakhuis. Mieke, de dochter was toen 18 jaar en kon zich nog alles goed herinneren. In de buurt bouwde Mart Cremers een nieuwe boerderij met een nieuw bakhuis, welke hij de naam gaf aan zowel de straat als aan de bewoners. In 1940 werd de nieuwe boerderijk door de oorlog volledig weggevaagd. Het bakhuis bleef behouden. Marinus Meulepas, getrouwd met Nelleke Cremers-Bakhuis bouwde vlak hiervoor de bestaande boerderij. Na die tijd gebruikte men het gebouwtje niet meer om er brood te bakken. Binnen zijn nog enkele varkenshokken en een stookplaats te zien. De eertijds aanwezige eeuwenoude schuur is thans herbouwd.


bakhuis_den_nieuwenhof.jpg
Bakhuis aan Den Nieuwenhof (in het Berents bos).

We schrijven 1806 en denken daarbij aan het gegeven, dat elke 100 jaar de hoeven van de Kroondomeinen openbaar werden verpacht, elke 30 jaar uit de hand en dan meestal aan de wonende pachter. Op den Nieuwenhof, waar dit bakhuisje staat was destijds Hendrick van Gemert de nieuwe boer. Voor hem en zijn gezin zal dit bakhuisje gebouwd zijn. Anno 1906 gaat Doth Berents de volgende 100 jaar in en krijgt van de Kroondomeinen een nieuw voorhuis. Zo bracht men vanuit Den Haag elke 100 jaar rigoureuze vernieuwingen aan.
Het bakhuis is wat groter geweest, de plaats voor de oorspronkelijke broodoven, een lager gelegen gedeelte, is gesloopt, als ook de schoorsteen. Wat is overgebleven is toch waardevol genoeg om te behouden; getuigen de topgevels in kruisverband met steenvlechtingen. Jo Berents gebruikte het gebouwtje voor het herbergen van levende have.


bakhuis_tongelaar_1.JPG
Bakhuis gelegen op het landgoed Tongelaar, nabij het kasteel Tongelaar.



bakhuis_tongelaar_3.JPG
Zijaanzicht van het bakhuis op het landgoed Tongelaar


bakhuis_tongelaar_2.JPG
Vergaarruimte voor de as van de bakoven van het bakhuis gelegen op het landgoed Tongelaar.


bakhuis_jilesen.JPG

Bakhuis W. Jilessen aan de Heufseweg te Mill . Bakhuis werd gebouwd omstreeks 1870.
Achter dit bakhuis heeft nog een boerderij uit dezelfde tijd gestaan.


bakhuis_jilesen_bakoven.JPG
bakoven van het bakhuis van W. Jilessen , Heufseweg te Mill

bakhuis_tienmorgen1.JPG
Bakhuis op het landgoed Tongelaar, camping Tienmorgen. Bakhuis dateert
van ongeveer 1920.

bakhuis_roijendijk1.JPG
bakhuis aan de Rooijendijk te Mill. (foto 1 )

bakhuis_roijendijk2.JPG
bakhuis aan de Rooijendijk te Mill. (foto 2)

Roijendijk_8_bakhuis.jpg
Bakhuis Roijendijk 8 te Mill.

bakhuis_4.jpg
Dorpsbakhuis in Göcsej Hongarije.


bakhuis_5.jpg
Bakspieker bij de Oostendorper watermolen ( rechts van het bakhuisje).


bakhuis_6.jpg
Interieur van een bakhuis in Saint-Nicolas-de-Macherin , Frankrijk.


bakhuis_7.jpg
18e-eeuws bakhuisje bij de Maarssense buitenplaats Goudestein.

Bronnen:
•1 Henk Slechte in Geschiedenis Magazine 2021/5.
•2 Verandering van Spijs. Tienduizend jaar voedselbereiding en eetgewoonten 2021 Uitg. Matrijs.
•3 Wikipedia.
•4 Archief Heemkundekring Myllesheem.

menu

  • Kasteel Aldendriel inclusief fotoreportage
  • Verslag ontspoorde Duitse pantsertrein
  • Gemeente Mill en St. Hubert: de geschiedenis in vogelvlucht
  • De geschiedenis van de Princepeel inclusief fotoreportage
  • Kasteel Tongelaar inclusief fotoreportage
  • De Kerk in Mill door de eeuwen heen.
  • Het gilde van St. Catharina
  • "Wie de geschiedenis kent, leeft dubbel"
  • De Acaciahof
  • Ergens, waar in Nederland ; door A.H. de Bekker
  • De Kerk van de Heilige Willibrordus te Mill
  • Orgelbouwer Arent van Lampeler Mill
  • Het Patronaat in Mill
  • De erfenis van Graaf Ebroinus AD 721?
  • Pussele de erfenis van Sint Willibrordus Anno Domini 739
  • Mill in het eerste milennium omstreeks AD 1000
  • Mill en de Joncfrouen en Heeren van Kuyc tot 1400
  • De Millse samenleving omstreeks de 14e eeuw
  • Van Mylle tot Mill, rond d'n Moelendicke Ad 1600
  • Predikanten en Roomsche Paepen Ad 1600
  • Over Roomsche en Calvijnsche kasteelheren in de 16e eeuw
  • Over krijtende Heeren en morrend Volk, 17 e eeuw.
  • Dominees tempel en het kapelleke van de gelovigen ad 1715
  • Het Kapelleke, de gelovigen en de wraeke anno 1715
  • Over de wonderen van de bedevaarten in de 16e en 17e eeuw.
  • Over Grande Routes en Snaphanen in de Roomsche Capelle
  • Over de gezworenen, de borgen en de nasleep anno 1715
  • Over doop- en trouwboeken, hoog bezoek en prelaten 17 eeuw
  • Van Kerkepad, Pastoors en Paepsche stoutigheden 17-18de eeuw
  • Van de Hof Pisla, de Abdij, Stericdijcke en de schuur uit 1667
  • Kapel Onze Lieve Vrouw ten Hove
  • Feestgids uitgegeven bij het 70 jarig bestaan van de zangvereniging AMPHION-VONDEL te Mill
  • Bakhuizen in Mill en daarbuiten
  • Een historische wandeling door het jaar 1939
  • Het landhuis in de Stationsstraat 15 in Mill
  • Een vakantiedag met veel spannende herinneringen
  • Gedenkschrift Bierbrouwerij Het Anker-Mill
  • Onthulling namen appartementengebouwen
  • Echo der Meerheide, door M. v.d. Heijden
  • Middelbaar Onderwijs Mill
  • Vrouwen, door M. v.d. Heijden
  • Frans Klerkx
  • Notities uit het gemeentelijk archief van Mill
  • Strafrechtgeschiedenis van het Land van Cuijk periode 1588-1811
  • Mill al 649 jaar onafhankelijk
  • Mill, "Monument voor Nederlandse Militairen"
  • Als de Kerstklokken luiden door M. v.d. Heijden
  • 't is jaren geleden, maar waar gebeurd door M. v.d. Heijden
  • In het heden ligt het verleden, in het nu wat worden zal door M. v.d. Heijden